Indrukwekkend natuurschoon, verstilde dorpjes, eeuwenoude kloosters, heerlijk eten en bruisende steden; Georgië heeft het allemaal. In dit blogbericht nemen we je mee naar 5 plekken in Georgië die je niet mag missen! Van het hippe Tbilisi tot aan chillen op het strand en raften in Batumi, het komt allemaal aan bod.
1. Kutaisi en Tskaltubo
Wanneer je wel eens in Tbilisi bent geweest, verwacht je misschien meer van de tweede stad van Georgië. Kutaisi is een bijzondere stad, dat is zeker. Bruisend is het niet direct te noemen, eerder een tikje rommelig. Maar vergis je niet: deze snel veranderende studentenstad, ligt middenin het land en is een prima uitvalsbasis voor mooie tochten in de omgeving. De middeleeuwse kerken en kloosters van Gelati, Motsameta en Bagreti liggen allemaal vlakbij. Een andere vorm van erfgoed vind je in het plaatsje Tskaltubo, een half uurtje boemelen met een oude Sovjettrein. In de Sovjettijd was dit een fameus resort, met paleisachtige accommodaties rond minerale bronnen. Nu zijn de meeste villa’s verlaten en door (vriendelijke) vluchtelingen uit Ossetië en Abchazië bewoond. Je kunt probleemloos slenteren langs (en in) de meeste gebouwen.
2. Tbilisi
Ja, we hadden het er al over; natuurlijk mag Tbilisi niet in deze lijst ontbreken! In het Rome van de Kaukasus wonen meer dan 1,4 miljoen inwoners. Dit is bijna een derde van de totale bevolking van Georgië, wat de hoofdstad dan ook direct de meest kosmopolitische stad van het land maakt. Het is de laatste jaren uitgegroeid tot een moderne metropool, waar oude verlaten gebouwen naast de meest moderne moderne wolkenkrabbers staan. Voor toeristen is de Oude Stad, met het naastgelegen Narikala fort, veelal een van de hoogtepunten. Het fort is zowel te voet, als met een gondel bereikbaar en biedt je het mooiste uitzicht over de stad. Maar Tbilisi heeft meer te bieden: hippe cafeetjes, een luxe wijk voor de nouveaux riches, verscholen kunstgalerieën, bijzondere Sovjet-architectuur, rustige parken én een bruisend nachtleven! Genoeg om je dagenlang te vermaken dus. De leukste accommodatie is een omgebouwde fabriek uit de Sovjettijd, het hippe Hostel Fabrika. Op de binnenplaats vind je verschillende bars en restaurants (ook leuk als je niet in het hostel verblijft).
3. Batumi
Van historische steden naar Batumi, een strandstad aan de Zwarte Zee. Alles draait hier om de kilometerslange boulevard vol met strandtenten, restaurants en casino’s. De Georgische elite spendeert graag haar zomers hier tussen de palmen en in indrukwekkende hotels. De Russen overigens ook, als ze welkom zijn. De levendige stad wordt wel eens vergeleken met Las Vegas en verbeeldt de Georgische droom van een welvarende, Europese toekomst. De bekende Ali & Nino (‘Statue of Love’) is te vinden aan het begin van de promenade en zeker ook een blik waard. Lees hier meer over het romantische verhaal van dit kolossale geautomatiseerde standbeeld. Batumi is ook een goede uitvalsbasis voor een bezoek aan het Mtirala National Park. Je bereikt Batumi via een mooie hogesnelheidstrein vanuit Tbilisi, of, als je met de auto vanuit het zuidoosten komt, via een spectaculaire bergpas (de Godzerdzi).
4. Svaneti
Van steden, gaan we over op een regio: Svaneti. Het is één van de meest onbekende regio’s in Georgië. Het gebied is namelijk nog niet zo lang open voor toeristen, waardoor je in alle rust de historische stenen dorpjes, weelderige groene valleien en met sneeuw bedekte bergen kan ontdekken. Al duizenden jaren is Svaneti een thuisland van de Svans, een onderscheidende etnische groep die verwant is aan Georgiërs. Er is vrijwel geen openbaar vervoer in dit gebied (hoewel bijna elke local bereid zal zijn om je in zijn busje of rammelende lada te vervoerena); per taxi, kabelbaan, paard of lopend kun je je het makkelijkste verplaatsen. Activiteiten zoals raften, mountainbiken en skiën (in de winter) zijn erg populair in de omgeving. Bij het zien van de foto’s, zijn wij al verkocht!
5. Okatse-kloof
De Okatse-kloof ligt bij het dorpje Gordi, op z’n uur rijden van Kutaisi. De kloof bestaat uit kalksteenrotsen, is ongeveer 3 kilometer lang en zo’n 50 meter diep. Het Dadiani Forest Park is een bijgelegen park waar je voor een paar euro kaartjes kunt kopen om via hangbruggen van de meest prachtige vergezichten over de kloof kunt genieten. Vanaf het bezoekerscentrum (waar je je kaartjes koopt) is het nog ongeveer 2.5 kilometer lopen naar de hangbruggen. Je kunt er voor kiezen om je af te laten zetten met een Jeep, maar leuker is de looproute te nemen en direct te kunnen genieten van de ruïnes van een achttiende -eeuwse paleis van de Dadiani vorsten die je langs deze route tegenkomt. Vergeet ook de Okatse-waterval niet te bewonderen, er wordt gezegd dat dit de mooiste waterval van het land is.