7 unieke Oost-Europese plekken die op de UNESCO Werelderfgoedlijst staan!

De UNESCO Werelderfgoedlijst is een lijst met cultureel en natuurlijk erfgoed (of een combinatie van de twee), die een grote unieke en universele waarde hebben voor de mensheid. Niet alle erfgoed dat op de lijst staat is even mooi, maar wél even belangrijk, uniek of onvervangbaar. Door de rijke en diverse geschiedenis van Oost-Europa, zijn er bijna 100 plekken te vinden die de lijst gehaald hebben. In dit blogbericht vertellen we je over 7 unieke in Oost-Europese plekken die op de UNESCO Werelderfgoedlijst staan (en hierna op jouw bucketlist)!

 

1. Nationaal park Plitvicemeren, Kroatië

Dit nationaal park in Kroatië is ook meteen het grootste park van het land. Je vindt hier 16 meren, waarvan sommige met elkaar verbonden zijn door watervallen. Karakteristiek aan het nationaal park is het travertijn (een soort kalksteen) dat barrières creëert voor de meren. Door verschillende mineralen en organismen in het water, in combinatie met de stand van de zon, hebben de meren de mooiste kleuren. Van azuurblauw tot grijs of groen. Meer dan 29.000 hectares natuur bieden huis aan veel wilde dieren zoals beren, kleine katten, wilde zwijnen en wolven. Je loopt door het gebied over de wandelpaden die naast of over de meren heen liggen.

 

2. Kotor, Montenegro

Het wordt ook wel de mooiste baai van Montenegro genoemd: Kotor. De oude havenstad bevindt zich in een diepe inham van de Adriatische Zee. Hoogtepunt van Kotor is toch wel de oude stad (Stari Grad). Dit doolhof van pittoreske steegjes en straatjes leidt vrijwel altijd naar de kathedraal van St. Tryphon uit 1166. Je bezoek aan de stad is ook niet compleet zonder een bezoekje aan het St. John´s Fort. In een wandeling van circa 1,5 uur loop je langs een deel van de stadsmuur de berg op naar het fort. Vanaf de ruïnes heb je het mooiste uitzicht over de baai van Kotor!

 

3. Sighișoara, Roemenië

Op zoek naar een dagtrip in Roemenië? Zoek niet verder, Sighișoara is de perfecte bestemming voor een dagje wegdromen tussen felgekleurde huisjes, stadsmuren en kerkjes. Dit stadje uit de 12e eeuw is gesticht door de saxen die vanuit Duitsland zich hier vestigden. Sighișoara staat naast haar kronkelige straatjes en leuke restaurantjes ook bekend als de geboorteplaats van Vlad Dracula. De kamer waarin hij geboren is, is voor een klein bedrag te bezoeken. Ook de rest van Transsylvanië is een bezoekje waard, vooral in de herfst, wanneer het berglandschap prachtig verkleurt. Sibiu en Cluj zijn de levendige steden, maar vergeet ook niet de kleine dorpjes met vaak prachtige, oude kerkjes waar de tijd heeft stilgestaan. 

 

4. Svaneti, Georgië

In het noordwesten van Georgië ligt de historische provincie, Svaneti. Het zogenoemde ‘’Upper Svaneti’’ is zeker een plekje op de UNESCO Werelderfgoedlijst waard. Dit berglandschap met middeleeuwse dorpen en torenhuizen is door langdurige isolatie een unieke plek op de wereld. Er zijn verschillende steden en dorpjes die je kunt bezoeken, zoals Chazhashi en  Mestia. Ten westen van Mestia, in de vallei van de rivier Dolora, ligt de Becho-gemeenschap. Een spectaculaire plek die minder bezocht wordt door toeristen, waardoor je in alle rust van de schoonheid kunt genieten. Sinds kort is Mestia iets beter over land te bereiken door de aanleg van een nieuwe weg vanuit Zugdidi (te bereiken per nachttrein vanuit Tbilisi). 

 

5. Woud van Białowieża, Wit-Rusland/Polen

Dit oerbos op de grens van Wit-Rusland en Polen (het laatste oerbos van Europa) heeft maar liefst een oppervlakte van 1.500,69 km². Als je als kind boeken las over sprookjes of verhalen die zich in een bos afspeelden, hier is het! In het beschermde woud kun je onder andere wolven, lynxen, elanden, edelherten en wilde zwijnen tegenkomen. Het bos kent daarnaast meer dan 1200 verschillende plantensoorten. Maar ook zeker imponerend zijn de bomen in het woud. Er staan elzen van 40 meter hoog, populieren met een omvang van meer dan een meter en eiken uit de tijd van de Germanen. Om van het bos te genieten zijn er verschillende fiets- en wandelroutes aangelegd.

 

6. Wieliczka-zoutmijn, Polen

Net ver van Krakau ligt de Wieliczka-zoutmijn. Een toeristische trekpleister en niet zonder reden. Het winnen het zout op deze plek werd het eerst vermeld in 1044. Met gangen van opgeteld 300 kilometer, die een diepte bereiken van 327 meter, is deze plek zeker een bezoekje waard. Er zijn verschillende tours om je de mijn te laten zien. Van een eenvoudige wandeltocht, tot een avontuurlijke route van 4 uur die je alle geheimen van de mijn laat zien (voor de echte die-hards). Voor jongeren is de mijnwerkersroute aan te raden. Je krijgt een overall aan, en ontdekt zelf de geheimen van het mijnwerkersvak. Probeer de mijnen buiten het hoogseizoen te bezoeken en kies niet voor de standaard toeristische route. Die is erg druk. 

 

7. Wrangel Eiland, Rusland

Wrangel staat betekend als de laatste plek op Aarde waar wolharige mammoeten hebben geleefd en speelt een grote rol in onderzoek naar deze prehistorische beesten en archeologische opgravingen. Het is één van de meest afgelegen eilanden ter wereld, hoog boven Rusland in het oostelijke deel van de Noordelijke Ijszee. Het eiland huisvest tegenwoordig onder andere ijsberen, walrussen, muskusossen, poolvossen, sneeuwganzen en sneeuwuilen. Daarnaast zijn er 417 plantensoorten te vinden. Behalve een onderzoekscentrum is het eiland onbewoond en alleen te bezoeken voor een korte periode in de zomer. Gezien de kou, misschien ook niet zo’n gek idee. Trek je thermo-ondergoed dus maar aan voor het bezoeken van dit afgelegen en ongerepte eiland aan de ruige kust van het noordoosten van Siberië. Neem ook een goed gevulde creditcard mee, want Wrangeleiland bereik je niet met een Easyjet.