Dit zijn de vijf meest megalomane dictatorpaleizen van Oost-Europa

Het is hartje zomer. En veel ‘sterke’ leiders in Oost-Europa brengen hun tijd door in extravagante paleizen en residenties. Dankzij de onthullende documentaire van de gevangengenomen Russische oppositieleider Aleksej Navalny over het zomeroptrekje van President Poetin, kunnen we ons een aardige voorstelling maken van de enorme weelde waarin deze despoten op dit moment verkeren. Zijn er ten oosten van de Donau eigenlijk meer van dit soort pompeuze paleizen te vinden? Eastpackers zet ze voor je op een rijtje.

Het eerste complex wat bij ons opkomt is het luxueuze paleis van President Janoekovitsj net buiten Kiev. Na de Maidan-protesten in 2014 ontvluchtte hij Oekraïne, waar hij bij verstek dertien jaar gevangenisstraf aan zijn broek kreeg wegens hoogverraad aan de Oekraïense staat. 

Diep in de bossen buiten Kiev werd voor veel Oekraïners duidelijk waar deze veroordeling op gestoeld was: Janoekovitsj had jarenlang aan pure zelfverrijking gedaan. Miljoenen zo niet tientallen miljoenen aan (belasting)geld waren uitgegeven aan de meest absurde zaken – een privé-dierentuin, wellnesscentrum, 3D-thuisbioscoop en een enorme replica van een Spaans galjoen. Om maar te zwijgen over de met goud ingelegde golfclubs. Het complex is inmiddels trouwens openbaar toegankelijk. 

Jeroen Akkermans maakte ook een interessante fotoreportage, waar wij graag naar doorlinken

Goud, kristal en marmer, graag!

Na Poetin en Janoekovitsj is de Roemeense dictator Nicolae Ceausescu aan de beurt. Zijn paleis staat er al wat langer (sinds de jaren ‘80 van de vorige eeuw), maar is in omvang nog steeds onovertroffen. Ook Ceausescu eigende zich allerlei geld en middelen toe die eigenlijk niet van hem waren. Het was de enige manier om zijn honger voor goud, kristal en marmer te stillen. 

Anno 2021 zou Ceausescu Poetin vierkant uitlachen: het ‘Huis van het Volk’ dat de Roemeense despoot liet ontwerpen door honderden architecten is omgerekend twee keer zo duur als het optrekje van Poetin. Heel Roemenië had er zelfs financieel onder te lijden. 

Het Huis van het Volk is onmogelijk over het hoofd te zien. Het torent letterlijk overal bovenuit. Althans voorlopig. Door het enorme gewicht van het gebouw zakt het jaarlijks enkele millimeters. Dit kan ook niet anders wanneer je bedenkt dat het gigantische complex maar liefst 1100 zalen telt, twaalf verdiepingen hoog is en acht diep. Alleen het Pentagon in Washington is groter, naar verluidt. Geloof je het niet? Dan moet je er beslist heen.

Binnen blinkt het marmer en glimmen de kroonluchters. De grootste daarvan weegt zo’n vijf ton. Na de val van de dictator werd het – ironisch genoeg – in gebruik genomen door het Roemeense parlement. Ook dit gebouw is toegankelijk voor publiek. 

Gigantische vlag

Een paar jaar geleden fietste ik nietsvermoedend langs de grootste vlag die ik ooit heb gezien. Ik was zo gefascineerd door het wapperende stuk stof dat ik het gloednieuwe onderkomen van de ‘laatste dictator van Europa’ bijna miste. Aleksandr Loekasjenko’s residentie in de Wit-Russische hoofdstad Minsk bevindt zich in het ‘Onafhankelijkheidspaleis’, verder niet toegankelijk voor publiek. Sterker nog: er werd mij aangeraden er niet al te lang stil te staan en zeker geen foto’s te maken.

Jaren later zag ik dit groteske bouwwerk terug in de verslaglegging van de protesten voor méér vrijheid in Belarus; duizenden mensen gingen afgelopen zomer juist naar deze plek om te protesteren. Zij waren het oneens met de uitkomst van de verkiezingen in Wit-Rusland.

Absurdistisch en grotesk

We blijven nog even bij de liefhebbers van marmer, want de onlangs afgetreden president van Kazachstan – Nursultan Nazarbajev – kan er ook wat van. Trouwens, naast zijn liefde voor marmer heeft hij een redelijk ongemakkelijke liefde voor paarden. Dat komt allemaal samen in zijn paleis, de Ak Orda. De Ak Orda, wat letterlijk vertaalt naar ‘Witte Horde’, is het presidentiële paleis en de officiële werkplek van de president van Kazachstan. De hoofdstad is overigens recent naar Nursultan Nazarbajev hernoemd en heet nu, inderdaad, Nur-Sultan. 

Het paleis werd gebouwd in een tijdsbestek van drie jaar en werd in 2004 opgeleverd. Het oude paleis – een paar kilometer verderop – steekt er schril bij af, maar is in tegenstelling tot de Ak Orda wél voor publiek toegankelijk. Hier zie je onder andere de collectie jachtgeweren van Nursultan, medailles en bokalen – én een curieus relatiegeschenk van de voormalige Nederlandse Tweede Kamervoorzitter Jeltje van Nieuwenhoven.

Filmvilla aan de Adriatische Zee

Sommige dictators verkozen lieflijke buitenverblijven voor één grootstedelijk paleis. Toen de opperbevelhebber van het partizanenleger, maarschalk Josip Broz Tito in 1945 aan de macht kwam als leider van Joegoslavië, begon hij met het verzamelen van een grote hoeveelheid villa’s, verspreid over de gehele westelijke Balkan.

OK, deze regio ligt niet oostelijk van de Donau, maar toch. Vanuit zijn huizen kon de leider der partizanen ‘de boel’ mooi overzien. Plus Tito kon er heerlijk ontspannen. Sommige van die villa’s liet hij voor zichzelf uit de grond stampen, anderen nam hij geruisloos over als gevolg van de ‘nationalisering’ van privé-eigendom.

Tot op de dag van vandaag is niet bekend hoeveel villa’s en paleizen Tito uiteindelijk bezat. Dit interessante maar zeer uitgebreide artikel toont er 34, sommigen daadwerkelijk bewoond, anderen nooit bezocht door de oude verzetsstrijder. Eentje die wij er hier uitlichten is Villa Dalmacija in Split, Kroatië. Deze villa werd namelijk gebruikt voor een scène van Game of Thrones!