Als vrijwilliger ontspannen een wereldervaring opdoen

Het verhaal van Teun en Boris in Roemenië

In het Noorden van Roemenië, in Transsylvanië, zitten twee neven, Teun (20) en Boris (19) prima in hun vel. Ze betrekken een appartement in het rustige Csíkszereda. Teun: “Ik heb mezelf uitgedaagd. Normaal zou ik dit niet doen, maar het bevalt goed.”

Teun, verder een sportief type, ligt op zijn bed en weegt zijn woorden zorgvuldig. Boris is een heel ander type: hij kijkt graag inhoudelijke YouTube filmpjes. Hij lurkt thee uit een mok met de kop van Ceausescu erop. “Ik vind het een grappig idee dat ze de kop van een vreselijke dictator op een mok zetten en dan aan toeristen verkopen. Het is ook ironisch, want ze zijn heel anticommunistisch hier. De man is trouwens met zijn vrouw gefusilleerd, live op de Roemeense televisie.” Teun wil aantekenen: “De internationale gemeenschap hoeft niet te weten dat we die mok hebben.” Een dikke knipoog volgt. De jongens ogen rustig en relaxed. Alsof ze de tijd van hun leven ook heel ontspannen benaderen.


Ik heb mezelf echt uitgedaagd om iets te doen wat ik anders nooit zou durven.

Hoe dit avontuur begon

Teun: “Het begon allemaal bij een studiejaar dat niet perfect verliep. Ik dacht: ik neem een tussenjaar en ik ga naar het buitenland.”
Boris: “Het is puur toeval dat wij hier als neven tegelijk zitten.”
Teun: “Eastpackers heeft er vooral voor gezorgd dat we hier nu zitten. Verder hebben we sporadisch contact. Dat is wel relaxed, ze zitten er niet te dicht op.” 

Boris: “We gaan hier naar verschillende dorpen om non-formeel ‘les’ te geven. Dat doen we via activiteiten in plaats van lesgeven met een boek in een klaslokaal en met een test aan het eind. Dus het leren zit vooral in de omgang met elkaar.”
Teun: “We spelen spelletjes met kinderen van zes tot 14 jaar. Het is eigenlijk een soort naschoolse opvang.”
Boris: “Opvang voor kinderen die het thuis ook niet zo gemakkelijk hebben, zeg maar.”
Teun: “Verder proberen we de talen hier te leren, Roemeens en vooral Hongaars. Die laatste taal is echt heel lastig om te leren, het slaat echt nergens op. De taal is gerelateerd aan het Fins, heel vaag en daarom heel leuk. Ik heb wel plezier om deze gekke taal te praten. Het lukt voor geen meter, maar af en toe tover ik toch een glimlach op iemands gezicht. Ik weet niet of dat vermaak is of dat ik echt iets heb gezegd.” 

Ruraal Roemenië

Teun: “Hier in de stad staan heel veel van dezelfde soort flats. Buiten de stad zijn er mooie bergen en prachtige heuvels, daar kan ik heel erg van genieten. Ik fiets dan ook graag.”
Boris: “Ja, van het uitzicht krijg je geen genoeg hier.”
Teun: “De cultuur is… Anders. Er wordt in elk geval veel meer gedronken.”
Boris: “Dat kun je wel zeggen ja. Veel bier, maar ook een lokaal pruimendrankje, met veel alcohol. Op elk moment van de dag.”
Teun: “Door mij wordt er vooral veel warme chocolademelk gedronken. De internationale gemeenschap mag best weten dat ik na één van die pruimendrankjes onderuit zou gaan.”
Boris: “Kwestie van oefenen.” 

Groeien als persoon

Teun: “Het idee van het European Solidarity Corps is dat jongeren uit een EU-land werken in een ander EU-land. Zo steunen ze elkaar.”
Boris: “En tegelijk helpen we natuurlijk onszelf, want je leert jezelf wel beter kennen.”
Teun: “Ik kan een stuk beter op mijn eigen benen staan. Ook ben ik meer gedisciplineerd.”
Boris: “Dat geldt ook voor mij! Omdat je hier niet kán uitstellen, doe ik het ook niet. Dat is voor mij wel een bijzondere ervaring. Ik had verder niet gedacht dat ik werken met kinderen leuk zou vinden. En ik merk dat ik steeds geduldiger word.”

Ook vrijwilligerswerk doen? Klik hier.