Ottomaanse bezetting
In 1526 stortte het Hongaarse koninkrijk ineen na grote militaire nederlaag tegen de Ottomanen: de Slag bij Mohács. Er volgde een 150 jaar durende Ottomaanse bezettingstijd, waarbij het land vanaf 1541 in drie delen uiteenviel: een Turks middendeel (inclusief de hoofdstad Boeda), een romp-koninkrijk onder de Oostenrijkse Habsburgers in het noorden en westen, en een onafhankelijk Zevenburgen (Transsylvanië) in het oosten. Zevenburgen werd een vazal van het Ottomaanse Rijk, maar werd ook het centrum van de Hongaarse cultuur.