Georgische Gouden Eeuw

Onder David IV (David de Bouwer) verdubbelt de omvang van het Georgische koninkrijk en worden de Seltsjoek-Turken verdreven. Een periode van culturele en religieuze bloei breekt aan, die voortduurt onder zijn opvolgers. Onder Koningin Tamar is Georgië het grootst en rijkst. Haar macht strekt uit over het hele Kaukasus-gebied.